“Samoza zit in mijn hele leven verweven”
Lees het verhaal van Henk

“Samoza zit in mijn hele leven verweven”
Een terugblik met Henk de Bordes (79), al sinds 1948 vaste gast op de Veluwe.
Sommige mensen komen een paar keer op dezelfde camping. Anderen blijven er een leven lang aan verbonden. Henk de Bordes is zo iemand. Al sinds zijn tweede levensjaar kampeert hij op Samoza, toen nog Saxenheim geheten, en zag hij het terrein uitgroeien van een eenvoudig veldje tot een modern vakantiepark. Zijn verhaal is er één van nostalgie, verandering en bovenal: diepe verbondenheid met een plek die voelt als huis. We spraken Henk over zijn jeugd op de camping, het harde werken in de zomers, en de bijzondere momenten die hem altijd zullen bijblijven.
“We stuurden onze tent per vracht naar de camping”
Henk: “Mijn vader kampeerde al in 1925 met vrienden op het terrein dat toen nog Saxenheim heette. Vanaf 1948 stuurden mijn ouders onze tent met Van Gend & Loos (per vrachtwagen) vooruit naar de camping, vanaf Zwolle. Zes weken later werd hij weer opgehaald. Zo ging dat toen.”
In 1957 timmerde Henks vader zelfs een eigen vakantiehuisje in elkaar op zolder: een houten kamertje met opklapbed en keukentje. Het werd, wederom per vracht, naar de camping gebracht en bleef daar staan. “In die tijd een van de luxere verblijfplaatsen,” vertelt Henk met een glimlach.
Oprichting van Saxenheim: het begin van Samoza
Camping Saxenheim werd in 1925 opgericht op het terrein van de familie Van Vloten. 'Ome Jan' Wessels was de initiatiefnemer en ‘ome Karel’ Menger werd de eerste bedrijfsleider. Jaren later volgde Jan Glavimans hem op, die de camping flink uitbreidde met onder andere animatie, wasgebouwen en een eigen waterleidingnet voor de 42 zomerhuisjes.
Henk kende ze allemaal persoonlijk: “Ik heb onder zowel Menger als Glavimans gewerkt. Het waren harde werkers, mensen met visie.”
“We draaiden zelf de gaten voor de toiletten”
Vanaf zijn twaalfde werkte Henk in de zomervakanties op de camping, samen met zijn broer Flip en andere jongens. Hun taken? Alles.
“We boorden gaten van drie meter diep om de houten toiletten te plaatsen. We haalden huisvuil op met een jeep, sjouwden bagage, repareerden waterpompen, vulden strozakken als matrassen en onderhielden de 42 huisjes.”
’s Avonds was het tijd voor sfeer en vermaak: kampvuren, toneel, muziek. “Er was iemand die Dorus (Tom Manders- een komiek uit die tijd) nadeed, een ander dook door een brandende hoepel. En wij draaiden filmavonden in de kantine.”
"Die stoelen, die gingen weleens stuk. “Mijn vader en zijn vriend repareerden ze allemaal. Mijn moeder kookte in de campingkeuken. Om zes uur ging de bel, en dan konden de kampeerders hun warme maaltijden halen.”
De nachtelijke kampwacht
Elke avond om elf uur begon een andere taak: kampwacht. “We hadden een familiekamp en een jongenskamp. Wij moesten controleren of alles rustig was en de meisjes weer uit de jongenstenten halen als ze zich verstopt hadden. Niet de makkelijkste klus…”
Ook bij incidenten moest snel worden gehandeld. Zo brak er op een dag brand uit in de rieten punthut, waar bagage lag opgeslagen. “De brandweer uit Harderwijk zou te laat zijn. Met een jeep, een kabel en heel veel kracht trokken we zelf bomen om, zodat we het vuur stopten.”
Van tent naar chalet
Met zijn vrouw Tineke heeft Henk op allerlei plekken op de camping gestaan. “We begonnen met tenten, kregen een caravan, kochten een Veluwemaat-stacaravan bij de manege, en lieten later zelfs een chalet bouwen.”
Samen met andere gasten organiseerden ze tennistoernooien voor kampeerders: “Hans, Jan Bouwmeester en ik hebben dat jaren gedaan. Prachtige herinneringen.”
“We genieten hier meer dan ooit”
Ondanks alle veranderingen, van pionierscamping tot professioneel vakantiepark, zijn Henk en Tineke nog steeds dol op hun stek. “We gebruiken onze caravan meer dan ooit. We genieten van de vogels, de reeën, de eekhoorns, en van de rust. Dit is echt een plek waar we ons thuis voelen.”
